Hieronder volgen mijn vier toekomstscenario's. De ik-persoon ervaart het onderwijs van 2030 op vier verschillende wijzes. Bijna elk verhaal heeft een link met een ingrijpende, doch onvermijdelijke maatschappelijke ramp: een mondiale cyberaanval die alle facetten van de samenleving (en dus ook het onderwijs) onherroepelijk hebben veranderd...
Scenario 1 (Offline leeromgeving en vast les –en leerprogramma)
Scenario 1 (Offline leeromgeving en vast les –en leerprogramma)
De
wekker gaat. Ik word wakker.
Maandag.
Ik sta op, eet en ga naar school. Terwijl ik over het schoolplein loop denk ik aan het geschiedenisproject waar we momenteel mee bezig zijn.
Downfall of technology.
Ik loop het lokaal binnen en groet David, Anna, Ivan en Adam, mijn werkgroepleden. De leerkracht knikt en glimlacht. Hij ordent zijn overzichten van de leerlingen. De leerkracht is thans meer coach. Door het veelvuldige gebruik van 21st Century Skills (SLO, 2016) ligt de nadruk in het onderwijs meer op vaardigheden dan op kennis.
‘Goedemorgen en welkom,’ zegt de leerkracht. ‘We starten waar we vrijdag zijn geëindigd. Zorg dat je je boeken, schriften en naslagwerk paraat hebt. Aan de slag.’
Ik voeg me bij mijn werkgroep en open de bijeenkomst, zoals ik, als voorzitter, elke dag doe. ‘Hallo allemaal. Zijn we compleet? Mijn blik glijdt langs de vier gezichten. Om de beurt noemen mijn klasgenoten hun naam en rol binnen de werkgroep. Iedereen is er.
‘We zijn vorige week geëindigd bij het zoeken naar info over de downfall of technology. We hebben onze bevindingen echter nog niet met elkaar gedeeld. Laten we dat nu doen.’
De groep stemt in.
‘Ivan?’
‘Ik had ‘oorzaken.’ Ik heb gebeld met… even kijken… meneer De Goede, een voorlichter van het Centrum van Herstel. Hij vertelde me over hoe de downfall is begonnen. De wereldwijde aanval op overheidscomputers, oftewel, De Hack, heeft de mondiale samenleving voor bijna drie jaar platgelegd.’
Anna knikt. ‘Mijn vader vertelde mij dat alles in het honderd liep. Geen enkele overheidsgerelateerde PC deed het meer. Dat had een enorme invloed op… eigenlijk alles. Na de overheid waren de banken aan de beurt, de beurzen, waarna eigenlijk alle sectoren een pak slaag kregen. Er was… gewoon geen verbinding meer.’
‘En dat was nog maar het begin,’ zegt David. ‘De Hack kreeg een vervolg. De verantwoordelijke cyberterroristen zorgden ervoor dat degenen die De Hack probeerden te herstellen werden uitgeschakeld.’
‘Vertel.’
‘Het internet werd een bron van vergif. Áls er nog iemand online wist te gaan dan was dat van korte duur. Elk bezoek aan een pagina zorgde voor onherstelbare virussen op de hard – en software.’
Ik knik en besluit mijn aandeel in de groep te brengen. ‘Uiteindelijk hebben we moeten leren om zonder...’ ik kijk op mijn eigen papier en zoek de vreemde, ouderwetse woorden… ‘digitalisering te leven. Geen online, internet, beeldschermen meer.’
‘Dat is een prima samenvatting,’ zegt David. ‘Ik heb nog wat boeken liggen over hoe De Hack in de rest van de wereld zijn sporen heeft nagelaten. Ik zal die doornemen en een samenvatting maken. Die kunnen jullie kopiëren.’
Ieder groepslid gaat door met het project. Er worden nieuwe onderzoeksvragen geformuleerd, waarna nieuwe onderzoeken worden opgesteld. De leerkracht loopt rond en helpt waar nodig, er is veel face tot face contact, veel overleg. Leerlingen zijn kritisch op hun eigen werk en dat van anderen. Nadat de digitalisering in 2018 was uitgevallen was het onderwijs zich genoodzaakt te moeten richten op wat er overbleef: de leerling en de leerkracht. Boeken en de 21st Century Skills. ‘Ouderwets’ methodegebruik werd noodgedwongen heruitgevonden: de enige vormen van informatieverstrekking. De overheid reguleerde dit: ze wilde overzicht houden op hetgeen wat er overbleef na het wegvallen van digitalisering. Dit resulteerde in een vast curriculum. Dat, in combinatie met de restanten van de 21 eeuwse vaardigheden ontstond een onderzoekende, intercommunicatieve leeromgeving in het onderwijs die de norm is: aangezien online contact verleden tijd was werd de maatschappij teruggeworpen op ‘menselijke’ communicatie. Elke contact is thans een gesprek met woorden. Er wordt daarom veel nadruk gelegd op samenwerken, overleggen en discussiëren.
Zoals vandaag.
Maandag.
Ik sta op, eet en ga naar school. Terwijl ik over het schoolplein loop denk ik aan het geschiedenisproject waar we momenteel mee bezig zijn.
Downfall of technology.
Ik loop het lokaal binnen en groet David, Anna, Ivan en Adam, mijn werkgroepleden. De leerkracht knikt en glimlacht. Hij ordent zijn overzichten van de leerlingen. De leerkracht is thans meer coach. Door het veelvuldige gebruik van 21st Century Skills (SLO, 2016) ligt de nadruk in het onderwijs meer op vaardigheden dan op kennis.
‘Goedemorgen en welkom,’ zegt de leerkracht. ‘We starten waar we vrijdag zijn geëindigd. Zorg dat je je boeken, schriften en naslagwerk paraat hebt. Aan de slag.’
Ik voeg me bij mijn werkgroep en open de bijeenkomst, zoals ik, als voorzitter, elke dag doe. ‘Hallo allemaal. Zijn we compleet? Mijn blik glijdt langs de vier gezichten. Om de beurt noemen mijn klasgenoten hun naam en rol binnen de werkgroep. Iedereen is er.
‘We zijn vorige week geëindigd bij het zoeken naar info over de downfall of technology. We hebben onze bevindingen echter nog niet met elkaar gedeeld. Laten we dat nu doen.’
De groep stemt in.
‘Ivan?’
‘Ik had ‘oorzaken.’ Ik heb gebeld met… even kijken… meneer De Goede, een voorlichter van het Centrum van Herstel. Hij vertelde me over hoe de downfall is begonnen. De wereldwijde aanval op overheidscomputers, oftewel, De Hack, heeft de mondiale samenleving voor bijna drie jaar platgelegd.’
Anna knikt. ‘Mijn vader vertelde mij dat alles in het honderd liep. Geen enkele overheidsgerelateerde PC deed het meer. Dat had een enorme invloed op… eigenlijk alles. Na de overheid waren de banken aan de beurt, de beurzen, waarna eigenlijk alle sectoren een pak slaag kregen. Er was… gewoon geen verbinding meer.’
‘En dat was nog maar het begin,’ zegt David. ‘De Hack kreeg een vervolg. De verantwoordelijke cyberterroristen zorgden ervoor dat degenen die De Hack probeerden te herstellen werden uitgeschakeld.’
‘Vertel.’
‘Het internet werd een bron van vergif. Áls er nog iemand online wist te gaan dan was dat van korte duur. Elk bezoek aan een pagina zorgde voor onherstelbare virussen op de hard – en software.’
Ik knik en besluit mijn aandeel in de groep te brengen. ‘Uiteindelijk hebben we moeten leren om zonder...’ ik kijk op mijn eigen papier en zoek de vreemde, ouderwetse woorden… ‘digitalisering te leven. Geen online, internet, beeldschermen meer.’
‘Dat is een prima samenvatting,’ zegt David. ‘Ik heb nog wat boeken liggen over hoe De Hack in de rest van de wereld zijn sporen heeft nagelaten. Ik zal die doornemen en een samenvatting maken. Die kunnen jullie kopiëren.’
Ieder groepslid gaat door met het project. Er worden nieuwe onderzoeksvragen geformuleerd, waarna nieuwe onderzoeken worden opgesteld. De leerkracht loopt rond en helpt waar nodig, er is veel face tot face contact, veel overleg. Leerlingen zijn kritisch op hun eigen werk en dat van anderen. Nadat de digitalisering in 2018 was uitgevallen was het onderwijs zich genoodzaakt te moeten richten op wat er overbleef: de leerling en de leerkracht. Boeken en de 21st Century Skills. ‘Ouderwets’ methodegebruik werd noodgedwongen heruitgevonden: de enige vormen van informatieverstrekking. De overheid reguleerde dit: ze wilde overzicht houden op hetgeen wat er overbleef na het wegvallen van digitalisering. Dit resulteerde in een vast curriculum. Dat, in combinatie met de restanten van de 21 eeuwse vaardigheden ontstond een onderzoekende, intercommunicatieve leeromgeving in het onderwijs die de norm is: aangezien online contact verleden tijd was werd de maatschappij teruggeworpen op ‘menselijke’ communicatie. Elke contact is thans een gesprek met woorden. Er wordt daarom veel nadruk gelegd op samenwerken, overleggen en discussiëren.
Zoals vandaag.
De
wekker op mijn telefoon gaat. Ik word wakker.
Maandag.
Ik sta op, eet en ga naar school. Terwijl ik over het schoolplein loop denk ik aan het geschiedenisproject waar we momenteel mee bezig zijn.
Downfall and recovery of technology.
Ik loop het lokaal binnen. De school heeft de temperatuur, verlichting en luchtkwaliteit in de ruimte reeds geoptimaliseerd (Kennisnet, 2016): onderzoek heeft uitgewezen dat leerlingen beter presteren bij schone lucht, gedimde verlichting en een temperatuur die gelijk is aan 19 °C. De KlassRoomKontrol regelt dit. Het apparaat zorgt tevens voor de projectie van de hologram van onze leerkracht (Van Hooijdonk, 2016). Deze heet ons welkom.
Ik, David, Anna, Ivan en Adam - mijn werkgroepleden - nemen plaats achter onze schermen. We starten onze systemen op. De hologram van de leerkracht glimlacht.
‘Goedemorgen en welkom,’ zegt hij. ‘We starten waar we vrijdag zijn geëindigd. Zorg dat je je devices paraat hebt en bent ingelogd. Aan de slag.’
Ik plaats mijn bril op mijn hoofd en zie eerst de silhouetten van mijn groepsgenoten opdoemen. Ze nemen langzaam vaste vorm aan en krijgen kleur in hun gezichten. Ten slotte verschijnen hun namen boven hun hoofd.
Ik knik. ‘Dag allemaal. We zijn vorige week geëindigd bij het vergaren van info over de downfall and recovery of technology. Elk lid is op onderzoek gegaan. Laten we onze bevindingen delen.’
De groep knikt.
‘Ivan?’
Ivans vingers ratelen over een voor mij onzichtbaar toetsenbord. De omgeving verandert. We staan in een enorme ruimte met schermen waarachter mensen werken. Het enige geluid is het monotone gezoem van een server.
‘Ik had ‘oorzaken,’ zegt Ivan. ‘Kijk,’ en zijn hand wijst naar de werkende massa achter de lichtgevende beelden.
Ik zie hoe een man opstaat. Hij lijkt verward. Zijn scherm is uitgevallen. Dan, naast hem, pats, nog een scherm. Een vrouw vloekt hardop, daarna gilt ze. Er ontstaat paniek. Iedereen staat op en is onthand. Alles wat op stroom leeft, valt uit, slaat dood. Chaos. Ontreddering.
Anna drukt op een knop op haar digi-glove en pakt onze digitale handen. Terwijl ze ons boven de werkruimte, het gebouw, de steden meeneemt vertelt ze: ‘Niet alleen dit overheidsbedrijf, maar alle bedrijven stierven een digitale dood. Na de overheid waren de banken aan de beurt, de beurzen, waarna eigenlijk alle sectoren een pak slaag kregen. Er was… gewoon geen verbinding meer.’
We zweven over het land. We zien hoe beeldschermen uitvallen. Overal. Het wordt donker. We horen hoe het internet in de wereld wordt ontkoppeld.
‘Gelukkig was daar onze redding,’ zegt David, nadat we zijn geland. ‘De verantwoordelijke cybercriminelen werden opgespoord en berecht. Het Nationaal Centrum voor Technologisch Herstel wist met internationale samenwerking de ergste schade te beperken.’
Als de dag voorbij is en ik naar huis loop denk ik aan de tijdslijn die we met de werkgroep verder hebben ingevuld: in 2018 wordt de digitalisering bijna verafgood en bewierookt na het afwenden van een globale chaos. De maatschappij realiseert zich dat en alles wat met internet, apps, hard- en software te maken heeft lijkt niets meer fout te kunnen doen. Ook in het onderwijs krijgt digitalisering prioriteit. Kernvakken worden steeds meer losgelaten en verliezen importantie en belang. De nadruk ligt steeds meer op de apparaten en het internet totdat in 2020 de mondiale resultaten van basisscholieren extreem kelderen. Leerlingen kunnen programmeren (Kennisnet, 2016), maar geen som meer maken of zin ontleden. In 2021 grijpt de minister in: er moet worden teruggegaan naar de ouderwetse, vertrouwde basis: een vast les – en leerprogramma met de digitalisering als tool, als hulpmiddel.
Zoals vandaag.
Maandag.
Ik sta op, eet en ga naar school. Terwijl ik over het schoolplein loop denk ik aan het geschiedenisproject waar we momenteel mee bezig zijn.
Downfall and recovery of technology.
Ik loop het lokaal binnen. De school heeft de temperatuur, verlichting en luchtkwaliteit in de ruimte reeds geoptimaliseerd (Kennisnet, 2016): onderzoek heeft uitgewezen dat leerlingen beter presteren bij schone lucht, gedimde verlichting en een temperatuur die gelijk is aan 19 °C. De KlassRoomKontrol regelt dit. Het apparaat zorgt tevens voor de projectie van de hologram van onze leerkracht (Van Hooijdonk, 2016). Deze heet ons welkom.
Ik, David, Anna, Ivan en Adam - mijn werkgroepleden - nemen plaats achter onze schermen. We starten onze systemen op. De hologram van de leerkracht glimlacht.
‘Goedemorgen en welkom,’ zegt hij. ‘We starten waar we vrijdag zijn geëindigd. Zorg dat je je devices paraat hebt en bent ingelogd. Aan de slag.’
Ik plaats mijn bril op mijn hoofd en zie eerst de silhouetten van mijn groepsgenoten opdoemen. Ze nemen langzaam vaste vorm aan en krijgen kleur in hun gezichten. Ten slotte verschijnen hun namen boven hun hoofd.
Ik knik. ‘Dag allemaal. We zijn vorige week geëindigd bij het vergaren van info over de downfall and recovery of technology. Elk lid is op onderzoek gegaan. Laten we onze bevindingen delen.’
De groep knikt.
‘Ivan?’
Ivans vingers ratelen over een voor mij onzichtbaar toetsenbord. De omgeving verandert. We staan in een enorme ruimte met schermen waarachter mensen werken. Het enige geluid is het monotone gezoem van een server.
‘Ik had ‘oorzaken,’ zegt Ivan. ‘Kijk,’ en zijn hand wijst naar de werkende massa achter de lichtgevende beelden.
Ik zie hoe een man opstaat. Hij lijkt verward. Zijn scherm is uitgevallen. Dan, naast hem, pats, nog een scherm. Een vrouw vloekt hardop, daarna gilt ze. Er ontstaat paniek. Iedereen staat op en is onthand. Alles wat op stroom leeft, valt uit, slaat dood. Chaos. Ontreddering.
Anna drukt op een knop op haar digi-glove en pakt onze digitale handen. Terwijl ze ons boven de werkruimte, het gebouw, de steden meeneemt vertelt ze: ‘Niet alleen dit overheidsbedrijf, maar alle bedrijven stierven een digitale dood. Na de overheid waren de banken aan de beurt, de beurzen, waarna eigenlijk alle sectoren een pak slaag kregen. Er was… gewoon geen verbinding meer.’
We zweven over het land. We zien hoe beeldschermen uitvallen. Overal. Het wordt donker. We horen hoe het internet in de wereld wordt ontkoppeld.
‘Gelukkig was daar onze redding,’ zegt David, nadat we zijn geland. ‘De verantwoordelijke cybercriminelen werden opgespoord en berecht. Het Nationaal Centrum voor Technologisch Herstel wist met internationale samenwerking de ergste schade te beperken.’
Als de dag voorbij is en ik naar huis loop denk ik aan de tijdslijn die we met de werkgroep verder hebben ingevuld: in 2018 wordt de digitalisering bijna verafgood en bewierookt na het afwenden van een globale chaos. De maatschappij realiseert zich dat en alles wat met internet, apps, hard- en software te maken heeft lijkt niets meer fout te kunnen doen. Ook in het onderwijs krijgt digitalisering prioriteit. Kernvakken worden steeds meer losgelaten en verliezen importantie en belang. De nadruk ligt steeds meer op de apparaten en het internet totdat in 2020 de mondiale resultaten van basisscholieren extreem kelderen. Leerlingen kunnen programmeren (Kennisnet, 2016), maar geen som meer maken of zin ontleden. In 2021 grijpt de minister in: er moet worden teruggegaan naar de ouderwetse, vertrouwde basis: een vast les – en leerprogramma met de digitalisering als tool, als hulpmiddel.
Zoals vandaag.
De wekker gaat. Ik word wakker.
Maandag.
Ik sta op, eet en ga naar school. Terwijl ik over het schoolplein loop denk ik waar ik straks aan zal werken. Een gepersonaliseerd geschiedenisproject.
Downfall of technology.
Ik loop het lokaal binnen. De leerkracht knikt en glimlacht. Hij is eigenlijk geen leerkracht meer, maar een Vakbegeleider. Hij geeft raadt en sturing binnen het uitzoeken van de lessen die ik waardevol en leuk vindt. Zodoende wordt een pakket samengesteld dat gekoppeld wordt aan een eventuele vervolgstudie. De klas wordt langzaam stil.
‘Goedemorgen en welkom,’ zegt de leerkracht. ‘We starten waar we vrijdag zijn geëindigd. Zorg dat je je boeken, schriften en naslagwerk paraat hebt. Aan de slag.’
Ik ben vorige week geëindigd bij het zoeken naar info over de downfall of technology. Ik bekijk mijn aantekeningen:
Maandag.
Ik sta op, eet en ga naar school. Terwijl ik over het schoolplein loop denk ik waar ik straks aan zal werken. Een gepersonaliseerd geschiedenisproject.
Downfall of technology.
Ik loop het lokaal binnen. De leerkracht knikt en glimlacht. Hij is eigenlijk geen leerkracht meer, maar een Vakbegeleider. Hij geeft raadt en sturing binnen het uitzoeken van de lessen die ik waardevol en leuk vindt. Zodoende wordt een pakket samengesteld dat gekoppeld wordt aan een eventuele vervolgstudie. De klas wordt langzaam stil.
‘Goedemorgen en welkom,’ zegt de leerkracht. ‘We starten waar we vrijdag zijn geëindigd. Zorg dat je je boeken, schriften en naslagwerk paraat hebt. Aan de slag.’
Ik ben vorige week geëindigd bij het zoeken naar info over de downfall of technology. Ik bekijk mijn aantekeningen:
De wereldwijde aanval
op overheidscomputers, oftewel, De Hack, heeft de mondiale samenleving voor
bijna drie jaar platgelegd. Alles liep in het honderd. Geen enkele
overheidsgerelateerde PC werkte meer. Dit vond zijn weerslag op alles. Na de
overheid waren de banken aan de beurt, de beurzen, waarna eigenlijk alle
sectoren een pak slaag kregen. Er was geen verbinding meer.
De Hack kreeg tevens een vervolg. De verantwoordelijke cybercriminelen zorgden ervoor dat degenen die De Hack probeerden te herstellen werden uitgeschakeld: het internet werd een bron van vergif. Áls er nog iemand online wist te gaan dan was dat van korte duur. Elk bezoek aan een pagina zorgde voor onherstelbare virussen op de hard – en software. Uiteindelijk heeft men moeten leren om zonder digitalisering te leven. Geen online, internet, beeldschermen meer.
De Hack kreeg tevens een vervolg. De verantwoordelijke cybercriminelen zorgden ervoor dat degenen die De Hack probeerden te herstellen werden uitgeschakeld: het internet werd een bron van vergif. Áls er nog iemand online wist te gaan dan was dat van korte duur. Elk bezoek aan een pagina zorgde voor onherstelbare virussen op de hard – en software. Uiteindelijk heeft men moeten leren om zonder digitalisering te leven. Geen online, internet, beeldschermen meer.
Ik
ben best tevreden. Ik kijk naar mijn klasgenoten die allemaal met iets anders
bezig zijn. In gedachten ga ik de tijdslijn af: 2017: VR,
AR (Kennisnet, 2016) en robotica (Mondo,
2016) nemen in aantal en frequentie toe, óók in het onderwijs. In 2018
vindt de Hack plaats, waarna de digitalisering verleden tijd is. Internet is
dood. Wanhopig probeert het onderwijs dit te compenseren en de leerling
tegemoet te komen. Iets moet de vergane technologie vervangen en dat gebeurt in
de vorm van gepersonaliseerd leren in een persoonlijke leeromgeving (Kennisnet, 2016), dat in 2021 wordt geperfectioneerd. Leerlingen
krijgen de mogelijkheid om binnen een enorm uitgebreid pakket van vakken en
lessen te kiezen wat zij aantrekkelijk vinden en waardevol achten. Het
ministerie pompt miljarden in het onderwijs om in de toekomst een nieuwe
generatie adequaat klaar te stomen voor een plotseling nieuwe wereld: een
wereld zonder digitalisering. Met dat geld worden twee of drie leerkrachten
voor de klas gezet, naar Fins voorbeeld (POraad.nl,
2016). Er is persoonlijke begeleiding en 21 eeuwse vaardigheden worden –
natuurlijk zonder de digitale onderdelen – de leidraad voor de leerling: de afgelopen jaren hebben de skills zich bewezen. Vaardigheden zijn minstens zo belangrijk als cognitie.
Thuis zet ik thee. Ik maak aantekeningen op een blocnote. Ik
denk dat ik geschiedenisproject deze week kan afronden. Ik steek de punt van
mijn potlood in mijn mond.
Wat zal ik daarna willen leren?
Wat zal ik daarna willen leren?
Scenario 4
(Online leeromgeving en shop je eigen lessen)
Mijn gelijkenis in hologramvorm noemt mijn naam. Ik word wakker.
Mijn gelijkenis in hologramvorm noemt mijn naam. Ik word wakker.
Zaterdag.
Ik sta op. Eet en kleed me aan.
Ik twijfel wat ik vandaag wil leren. Ik neem plaats in mijn stoel, achter mijn digidesk en zet het systeem aan. Ik wrijf het glas van mijn bril schoon, plug in op de drive en hoor een vrouwenstem. Ellen. Een stem die ik iedere dag hoor. Of liever, wanneer ik behoefte heb om te leren. ‘Goedemorgen. Het is zaterdag, 21 november 2030, 9:02 uur.’
Ik ben bezig met een lessenreeks antropologie voor kids, maar merk de laatste dagen dat ik niet meer, zoals eerst, in oktober, warm loop voor Tibetaanse kloosters. Gisteren hoorde ik een prachtig lied op mijn song-pad, iets Iers, of Keltisch. Iets met fluiten en luiten. Het was prachtig. Ik twijfel of ik niet wil switchen. Of ik Tibet niet moet inruilen voor Ierland. Ik zet het lied nogmaals op en sluit mijn ogen achter mijn bril. Ik maak swipe-bewegingen in de lucht, alsof ik dirigeer. Ik overweeg mijn opties. Dan geef ik het commando: ‘Ellen, ik wil graag mijn lessenreeks Antropologie: Tibetaanse kloosters on hold zetten. Ik ga er misschien later mee door. Nu zou ik het op prijs stellen als je op zoek gaat naar colleges over Keltische muziek en instrumenten.’
Ellen maakt een goedkeurend geluid. ‘Natuurlijk. Een ogenblik.’
Er klinkt gezoem. Dan, na een minuut, is ze terug: ‘Alstublieft. Zeventien universiteiten bieden dergelijke colleges aan. Eén in Amerika, de rest in Ierland en Groot-Brittannië.’
‘Welke raad je aan?’
‘De universiteit van Dublin krijgt de hoogste ranking.’
‘Log me in, alsjeblieft.’
‘Natuurlijk.’
Ellens aanwezigheid maakt plaats voor die van een hologram van een meneer. Lang, kalend maar aan de flanken de onmiskenbare rode, Ierse haarkleur. Hij glimlacht en zegt: ‘Faílte.’
Ik frons.
Zijn glimlach wordt breder. ‘’Welkom,’ in het Iers,’ zegt hij.
Ik beantwoord zijn lach en probeer het woord te herhalen.
Na
het college schuif ik mijn bril tevreden van mijn hoofd. Ik leun achterover en
fluit de melodie van het Ierse lied. Ik prijs mezelf gelukkig. Ik kan vandaag
of morgen, wanneer ik maar wil inloggen (Kennisnet,
2016) bij welke basisschool, bij welke les dan ook. Grenzen tussen
vakken, functies en kennisdomeinen vervagen steeds meer (Bauman, 2012). Leren is een internationaal gebeuren, waar
Nederland gretig aan mee doet (Onderwijsraad,
2016). In gedachten ga ik de tijdslijn af: 2017: VR en AR nemen in
aantal en frequentie toe, óók in het onderwijs (Kennisnet,
2016). In 2018 gaan de vakken in Finland overboord (SLO, 2015), gevolgd door de rest van Scandinavië
(2019) en de Benelux in 2020. Inmiddels is dan de digitalisering enorm gegroeid
en verbeterd. Toegang tot internet is overal (Onderwijsraad,
2016) en kosteloos. Scholen borgen hun lessen in de cloud (Kennisnet, 2016) en weten die in 2025 bijna
volledig te digitaliseren. Er ontstaat echter een probleem. Tegen het einde van
2027 zijn de kosten van het onderwijs de spuigaten uitgelopen. De technologische
basisvoorwaarden, namelijk in elke klas
peperdure hard - en software is niet meer te betalen. Ik sta op. Eet en kleed me aan.
Ik twijfel wat ik vandaag wil leren. Ik neem plaats in mijn stoel, achter mijn digidesk en zet het systeem aan. Ik wrijf het glas van mijn bril schoon, plug in op de drive en hoor een vrouwenstem. Ellen. Een stem die ik iedere dag hoor. Of liever, wanneer ik behoefte heb om te leren. ‘Goedemorgen. Het is zaterdag, 21 november 2030, 9:02 uur.’
Ik ben bezig met een lessenreeks antropologie voor kids, maar merk de laatste dagen dat ik niet meer, zoals eerst, in oktober, warm loop voor Tibetaanse kloosters. Gisteren hoorde ik een prachtig lied op mijn song-pad, iets Iers, of Keltisch. Iets met fluiten en luiten. Het was prachtig. Ik twijfel of ik niet wil switchen. Of ik Tibet niet moet inruilen voor Ierland. Ik zet het lied nogmaals op en sluit mijn ogen achter mijn bril. Ik maak swipe-bewegingen in de lucht, alsof ik dirigeer. Ik overweeg mijn opties. Dan geef ik het commando: ‘Ellen, ik wil graag mijn lessenreeks Antropologie: Tibetaanse kloosters on hold zetten. Ik ga er misschien later mee door. Nu zou ik het op prijs stellen als je op zoek gaat naar colleges over Keltische muziek en instrumenten.’
Ellen maakt een goedkeurend geluid. ‘Natuurlijk. Een ogenblik.’
Er klinkt gezoem. Dan, na een minuut, is ze terug: ‘Alstublieft. Zeventien universiteiten bieden dergelijke colleges aan. Eén in Amerika, de rest in Ierland en Groot-Brittannië.’
‘Welke raad je aan?’
‘De universiteit van Dublin krijgt de hoogste ranking.’
‘Log me in, alsjeblieft.’
‘Natuurlijk.’
Ellens aanwezigheid maakt plaats voor die van een hologram van een meneer. Lang, kalend maar aan de flanken de onmiskenbare rode, Ierse haarkleur. Hij glimlacht en zegt: ‘Faílte.’
Ik frons.
Zijn glimlach wordt breder. ‘’Welkom,’ in het Iers,’ zegt hij.
Ik beantwoord zijn lach en probeer het woord te herhalen.
Wederom heeft Finland een innovatief alternatief: Koulu = Koti, vrij vertaald: School = Thuis. De Finse woorden worden een wereldwijd begrip. Leerlingen in het PO komen nog maar een of twee dagen naar school om hun werk te presenteren. Feedback en moeilijkheden of vragen met betrekking tot de stof worden online gesteld en beantwoord. Bijna iedere scholier leert thuis. Bijna ieder huishouden bezit de de benodigde middelen om online te zijn of haar lessen te shoppen, zoals lang geleden, toen in 2017 iedereen een mobiele telefoon tot zijn beschikking had.
Ik glimlach bij deze prachtige feiten en schuif mijn bril weer over mijn hoofd. Waar zou ik lessen over Zambiaanse folklore kunnen volgen?
Literatuur:
Bauman. (2012). On Education. Cambridge: Polity Press.
Dijk, v. (2016). Een keer inloggen voor al het
digitale leermateriaal. Opgehaald van www.kennisnet.nl:
https://www.kennisnet.nl/artikel/een-keer-inloggen-voor-al-het-digitale-leermateriaal/
Eigentijds curriculum. (2014). Opgehaald van www.onderwijsraad.nl:
https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/2014/een-eigentijds-curriculum/volledig/item7128
Hooijdonk, R. v. (sd). De toekomst van de
hologramtechnologie zet elke sector op zijn kop. Opgehaald van
www.richardvanhooijdonk.nl:
https://www.richardvanhooijdonk.com/de-toekomst-van-de-hologramtechnologie-zet-elke-sector-op-zijn-kop/?utm_source=hs_email&utm_medium=email&utm_content=42444839&_hsenc=p2ANqtz-_2PzM2ZcynurfkP421fmPDOUOV-nifRBKK_9oEKhf4xkeWYcsoDC6ROlH
Leerlingvolgsysteem in de cloud. (2013). Opgehaald van www.kennisnet.nl:
https://www.kennisnet.nl/artikel/leerlingvolgsysteem-in-de-cloud/
Overleg over internationalisering in de tweede kamer. (2016). Opgehaald van www.onderwijsraad.nl: https://www.onderwijsraad.nl/actueel/nieuws/overleg-over-internationalisering-in-de-tweede-kamer/item7491
van, W. (2014-2015). Trendrapport. Opgehaald
van www.kennisnet.nl:
https://www.kennisnet.nl/fileadmin/kennisnet/publicatie/trendrapport/Trendrapport_2014-2015.pdf
Feedback Paul:
In het eerste deel ga je helemaal naar off-line en terug
naar de boeken met contactonderwijs. Dit is behoorlijk ‘back to basic’ en weet
ik niet of dit realistisch in de lijn der verwachting ligt en of dit
aannemelijk is. (Let wel: dit is mijn mening!) Het komt wel overéén met het
kwadrantextreem maar ik mis de maatschappelijke opdracht en de visie op
onderwijs van de school. Je benoemt wel waardoor dat het zo is maar wat ze
ermee doen is niet geheel duidelijk. Mag van mij meer naar voren komen. Zit wel
back-casting in maar de visie in hoofdlijn ontbreekt.
In het tweede deel ga je ook weer goed in het
kwadrantextreem en komt de visie meer naar voren vanuit landelijk en overheid
maar vertaal je die niet echt naar je eigen school. Dus wel goede backcasting
met bronnen maar vertaalt naar wat jou school en concreet mee doet zie ik niet
zo goed.
Het derde scenario schets je de off-line situatie min of
meer hetzelfde als in de eerste situatie. Misschien iets meer fantasie en een
ander voorbeeld bedenken. (Weet alleen niet of dat de bedoeling is).
Back-casting aan de hand van Fins voorbeeld is goed en kun je misschien
spannender en meer van laten zien en door vertalen naar visie en idee van jouw
school.
De laatste is volgens mij de beste en sluit het meest aan
bij wat de bedoeling is. Ik merk dat je hier ook jouw beeld, fantasie en
inzicht het beste tot zijn recht komt. Ook hier geldt dat je de visie van jouw
school duidelijker mag laten zien. De rest zoals maatschappelijke en
economische ontwikkelingen zijn goed meegenomen net zoals back-casting met
bronnen.
Algemeen:
BeantwoordenVerwijderenHoi Dennis,
Leuk hoe je het verhaal vertelt en de lezer daarin meeneemt. Er staan al mooie dingen in dit concept. Je hebt een visie op onderwijs en de scenario's worden verrassend beschreven. Er zijn wel een aantal verbeterpunten waar je naar kunt kijken:
Je geeft referenties naar beleidsdocumenten, maar legt niet uit wat de ontwikkeling in die tijd was die het huidige onderwijs heeft gevormd. Om deze backcasting goed neer te zetten is het goed om niet alleen de bron te noemen maar ook te vertellen wat er toen gebeurde.
Je mag dingen soms ook beter uitleggen. Zo zeg je bijv.: ‘De school heeft de temperatuur, verlichting en luchtkwaliteit in de ruimte reeds geoptimaliseerd” -> T.b.v. wat geoptimaliseerd? Waarom zou dat gebeuren en waarom is dat relevant?
Je legt veel aandacht op de hack, waardoor minder aandacht uitgaat naar de grenzen van de maatschappelijke opdracht van de school. Laat duidelijk naar voren komen hoe de school eruit ziet, welke rol de leerkracht heeft, de leerling en waar dit vandaan komt. Om het sterker te maken mag je het nog wat meer onderbouwen met (wetenschappelijke) literatuur.
Succes met uitwerken!
Sarah offers you her congratulations for a job well done.