Innoveren en vernieuwen is belangrijk om maatschappelijke
problemen op te lossen en om marktwensen te vervullen wat essentieel is voor de
continuĆÆteit van bedrijven. Bij de opleiding Technische Bedrijfskunde van
Fontys BEnT is dit Ć©Ć©n van de vier pijlers van het curriculum en wordt dit
d.m.v. projectonderwijs toegepast. Het projectonderwijs is probleemgericht,
toepassingsgericht, praktijk georiƫnteerd en samenwerking en projectbeheer
staan centraal. Bij de opzet van het projectonderwijs is het integrale leren
van de bedrijfskundige onderwerpen een belangrijk uitgangspunt (Leirman, 1977;
de Kleijn & Mathijssen, 1996). Daarnaast staat de persoonlijke ontwikkeling
van de student centraal die dit steeds meer op niveau en tempo zelf kan
bepalen. Dit kan en wordt al op alle vakgebieden (PO, VO, Mbo en Hbo) toegepast
maar zal de komende jaren veel meer aandacht moeten krijgen. Het voortgezet
onderwijs loopt hierbij het meeste achter. Hier wordt hoofdzakelijk klassikaal en
integraal les gegeven. Bij het primair onderwijs zie je hierin al jaren een
positieve ontwikkeling zowel op het gebied van differentiaal als digitaal
leren. Het krijtbord is hier allang verdwenen en kinderen van alle niveaus
zitten in Ć©Ć©n klas. Algemeen hebben we dus te maken met een collectief en
individueel leerproces ondersteund door digitale technologie. De trends die ik kies
gaan over het gepersonaliseerd leren in combinatie met de digitalisering. In de
onderstaande sjabloon zijn deze twee trends weergegeven met hun daarbij
behorende drijvende krachten.
Een mix van deze drijvende krachten is Blended learning.
Blended learning is
een combinatie van online leren, contactonderwijs en praktijkonderwijs (Binkley
at al, 2010). Hierbij is de onderlinge samenhang van leeractiviteiten per
situatie en context verschillend. Door leermiddelen flexibel, interactief en
activerend in te zetten sluit dit aan bij de ‘21st century skills’ (Binkley at
al, 2010).
In de komende tien jaar zal offline steeds meer
overgenomen worden door online. De student kan hierdoor steeds meer bepalen
waar, wanneer en hoe hij wilt leren waardoor hij zijn eigen ontwikkeling bepaalt.
Dit geldt voor leren in het algemeen op alle niveaus en voor alle leeftijden.
Kortom je kunt je eigen route bepalen over wat en wanneer je wilt leren tot het
niveau wat jij denkt nodig te hebben. Landelijk zijn met name in en rondom het
hoger onderwijs dergelijke initiatieven te bespeuren. Zo zetten steeds meer
universiteiten hun onderwijs online zodat studenten gratis colleges en
cursussen kunnen volgen (MOOC). Vooral
de TU Delft loopt voorop met haar ‘OpenCourseWare’ programma en ook de
Universiteit van Amsterdam laat zich niet onbetuigd.
Ook is er in Nederland de zogenaamde ‘Universiteit van Nederland‘,
een nieuw initiatief van o.a. Alexander Klƶpping, bekend van zijn
optredens in De Wereld Draait Door. Daarnaast wordt het noodzakelijk om de
komende jaren (digitale) kennis en technologische vaardigheden te leren (Thijs,
Fisser en Hoeven, 2014). Ook 21ste -eeuwse vaardigheden als kritisch
& probleemoplossend denken, samenwerking in netwerken en conceptueel
denkvermogen worden steeds belangrijker. Als men deze vaardigheden niet
beheerst zal men problemen op de arbeidsmarkt ondervinden (Wagner, 2008). Deze
stelling wordt breed gedeeld (Dede, 2010; Europese Unie, 2006; OECD, 2004; WRR,
2014). Bij de ontwikkeling van de nieuwe opzet van het deeltijdonderwijs bij
ons instituut heb ik deze trends bij mijn collega’s voorgelegd en besproken.
Zij zijn van mening dat deze ontwikkeling zƩƩr belangrijk is voor de nieuwe
opzet en hebben mij gevraagd om aan te sluiten. Zelf hebben zij contact met
andere Hogescholen hoe zij hun deeltijd onderwijs aanpassen en ontwikkelen. Met
name de Hogeschool van Utrecht is op het gebied van Blended Learning al een
flinke stap verder. Wat betreft het game
team zou ik daarom willen adviseren om deze trends mee te nemen in ons
gezamenlijk scenariosjabloon.
Bronnen:
Bijsterveld, C. A. (2013). De nieuwe rol van de
bibliotheek bij content curation. Trendrapport Open Educational Resources
2013.
Binkley,
M., Erstad, O., Herman, J., Raizen, S., Ripley, M., Miller-Ricci, M., &
Rumble, M. (2012). Defining twenty-first century skills. In Assessment and
teaching of 21st century skills (pp. 17-66). Springer Netherlands.
Dede, C.
(2010). Comparing frameworks for 21st century skills. In J. Bellanca, & R.
Brandt
(Eds.), 21st
century skills (pp. 51-76). Bloomington, IN: Solution Tree Press.
Europese
Unie (2006). Recommendation of the European Parliament and of the Council of
18 December
2006 on key competences for lifelong learning. Official Journal of the
European
Union, L394/10.
Luxembourg: Publications Office of the European Union.
OECD (2004).
21st Century learning: Research, innovation and policy directions from
recent
OECD
analyses. Paris:
OECD.
Thijs, A. M., Fisser, P. H. G., & van der Hoeven, M.
(2014). 21e eeuwse vaardigheden in het curriculum van het funderend
onderwijs. SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling.
Wagner, T.
(2008). The global achievement gap. New York: Basic Books.
WRR
(2014). Naar een lerende economie: Investeren in het inverdienvermogen van
Nederland.
Den
Haag: WRR.
Feedback kaart Quest 1
28-01-2017
Feedback op het werk van Paul Martijn
Naam beoordelaar: Annette
van de Ven
Ranking docent: Sarah
++ /+ /+- /- /--
|
Criteria
|
|
De relevantie van de gekozen trends en drijvende krachten is
onderbouwd voor meerdere vakgebieden (bv voor po en v(s)o en hbo).
|
Feedback:++
|
Je benoemt de relevantie van de
gekozen trends en drijvende krachten die voortkomen vanuit je tekst (‘collectief en individueel leerproces
ondersteund door digitale technologie’), en je onderbouwt deze voor meerdere
vakgebieden. Je drijvende kracht ‘Gepersonaliseerd leren’ wordt over de
gehele linie iets minder onderbouwd dan de verticale drijvende kracht
‘Digitalisering’.
|
|
Uit de verantwoording van de keuze van de trends en drijvende
krachten blijkt een heldere visie op onderwijs waarbij verschillende
perspectieven worden meegenomen (o.a. maatschappelijk, wetenschappelijk en
economisch)
|
Feedback:+ -
|
Je ‘blend’ de gekozen drijvende
krachten tot Blended learning en verantwoordt je visie op onderwijs door
blended learning te relateren aan 21st century skills. Het economisch
perspectief wordt onderbouwd door een krachtige stelling en minder direct op
de drijvende krachten ‘gepersonaliseerd leren’ en ‘digitalisering’. Het
maatschappelijk perspectief blijft wat achter.
|
|
De trends en drijvende krachten zijn helder beschreven en onderbouwd
met actuele en relevante (wetenschappelijke) literatuur
|
Feedback:++
|
De trends worden onderbouwd met relevante
en actuele literatuur.
Naast digitalisering en gepersonaliseerd
leren beschrijf je ook technologische vaardigheden, kritisch,
probleemoplossend en conceptueel denken als noodzakelijke en steeds
belangrijk wordende vaardigheden. Zeker interessant en ook niet onbelangrijk maar
het vertroebelt enigszins de kern van je verhaal.
|
|
De grenzen van de maatschappelijke opdracht van de sector worden ter
discussie gesteld
|
Feedback:++
|
Je benoemt veel 21st century
skills vaardigheden die aandacht en
ontwikkeling vragen voor de toekomstige arbeidsmarkt, maar deze mogen best
wat meer out of the box. Je hebt een vernieuwende visie op het
deeltijdonderwijs van het HBO waar duidelijk je expertise ligt.
|
|
De gekozen trends zijn
voorgelegd aan peers in onderwijsinnovatie-trajecten (bv in
landelijke/regionale netwerken of digitale fora)
|
Feedback
|
n.v.t.
|
Feedback algemeen;
Paul, je
hebt een vlotte manier van schrijven en ik krijg de indruk dat je de lezer
graag van veel informatie wil voorzien. Iets meer diepte in je verhaal maakt
het geheel wat sterker.
Hoi Paul,
BeantwoordenVerwijderenJe blogbericht is wat summier en je bent wat voorzichtig in de drijvende krachten die je benoemt, dit zou wat spannender mogen en wat meer gericht op de toekomst. Het lijkt vooral gericht op het nu. Wat terecht wordt aangegeven in de peerfeedback is dat je de drijvende krachten en stellingnames wat duidelijker zou mogen expliciteren. Bijvoorbeeld de koppeling die je maakt met de 21e eeuwse vaardigheden, waarom zijn deze vaardigheden belangrijk (economisch en maatschappelijk perspectief)? En hoe krijgt gepersonaliseerd leren vorm? Wat betekent dat voor de toekomst als onderwijs zich alleen op het individu richt? Zie je niet juist een shift richting meer samenwerken en samen kennis construeren? Welke plek krijgt dit dan?
Je hebt duidelijke trends en drijvende krachten gekozen, alleen zou de uitwerking wat uitgebreider mogen en zou je wat meer de grenzen van de maatschappelijke opdracht mogen bediscussiĆ«ren. Het blijft nu allemaal wat ‘mager’ en ‘veilig’. Durf je stoute schoenen aan te trekken en de drijvende krachten naar de toekomst te trekken.
Sarah offers you her congratulations for a job well done.
Groetjes en fijn weekend!
Sarah