maandag 20 maart 2017

Quest 2: Toekomstscenario’s Hbo-WO en Fontys Bedrijfskunde Educatie en Techniek 2030 (BEnT)


Trends: Globalisering en digitalisering

Scenario 1: Off-line in een vast les- en leerprogramma

Sinds het Fontys instituut Technische bedrijfskunde in 2020 heeft besloten voor een integrale aanpak zijn er verschillende onderwijs modellen uitgeprobeerd. De visie uit 2015 dat Fontys studenten op leidt voor een samenleving waarin voortdurend sociale en technologische innovaties plaatsvinden is weliswaar 15 jaar oud maar blijft overeind. Studenten moeten bij ons een intern kompas ontwikkelen waarmee ze die samenleving vorm kunnen geven (Meijer, Nederhof, Welmer, 2015) Uit een onderzoek van SLO uit 2026 is gebleken dat de Hbo student die de leerdoelen aan de hand van een vierjarig vastgesteld curriculum haalt het beste aansluit op de arbeidsmarkt. De technisch bedrijfskundige zal zich meer gaan toelichten op een Circulaire Economie. Hiervoor heeft de Nederlandse overheid samen met bedrijven in 2017 een grondstoffenakkoord getekend. Bedrijven zullen veel meer moeten gaan samenwerken. Hierbij zijn de 21st Century skills als samenwerken, innoveren en creatief denken nodig. De docent zal naast vakdocent de studenten coachen op samenwerking en creativiteit. Hij richt zich op het vergroten van de effectiviteit van het individu en/of de groep. Daarnaast zijn werkgevers vanaf 2024 verplicht om werknemers capaciteit en middelen te geven om zich verder te ontwikkelen en is het aantal voltijd en deeltijd studenten inmiddels gelijk. Zo zullen werkenden ten opzichte van vroeger eerder naast hun werk een (Hbo)studie volgen. Dat het Hbo-systeem Master-bachelor (Dublin, 2004) in Europa nog steeds voldoet heeft de  samenwerkingsovereenkomst (Sino-dutch-consortium, 2017) met het Chinese ministerie van onderwijs (MoE)  bewezen. Het doel om het Hbo en wetenschappelijk onderwijs van Nederland op het niveau van systeem, instelling en opleiding naar het Chinese onderwijssysteem te kopiëren is grotendeels geslaagd.  De beoogde 5 jaar waren te ambitieus maar in 2027 is gebleken dat meer dan 100 Chinese universiteiten gezamenlijk de overstap hebben gemaakt naar een University of Applied Sciences (UAS). In een traditioneel energieneutraal schoolgebouw leert de student aan de hand van hoorcolleges, workshops en persoonlijke begeleiding op maat. Leren door extrinsieke motivatie (Hattie & Timperley, 2007) in de vorm van beloning.  Door het halen van studiepunten krijgt de student van zijn of haar werkgever meer salaris of vrije tijd. ICT ondersteunt hierbij in beperkte mate en wordt streng beveiligd. Ná de cybercrash in 2025 werkt men intern met een informatiesysteem maar is men niet meer verbonden met externe informatiesystemen. Het (project)onderwijs heeft zich dan wel meer en eerder verlegd naar het werkveld maar uit het onderzoek van SLO is gebleken dat het contact tussen ‘coach’ en student meer rendement op levert dan de zelfstudie.  


Scenario 2: On-line in een vast les- en leerprogramma              

Het huidig (2030) onderwijssysteem is stabiel en beheersbaar. Door online gestructureerde leerprogramma’s hoeft de student minder in een fysiek schoolgebouw onderwijs te volgen.  Hierdoor wordt het nieuwe energie neutrale schoolgebouw wat Fontys Techniek in 2032 op de TU/e campus opent 30% kleiner dan de huidige locatie uit 2019. Virtual Reality instructions, tutorials, hoorcolleges en vakgerichte documentaires online kunnen op diverse zoektermen worden gevonden. Bijv. per branche, vak of thema etc.  De rol van de docent is meer in de vorm van coach. Hij stuurt op bewustwording, het vergroten van zelfvertrouwen en het exploreren, ontwikkelen en toepassen van eigen mogelijkheden. Op vaste momenten wordt de student tijdens zijn 4-jarig curriculum online getoetst. Door het nieuwe inlog-identificatiesysteem uit 2026 bepaalt de student zelf waar dit plaatsvindt. Ook zijn de toetsen gespreid over een periode, zodat er geen piekbelasting ontstaat. Het toetsen legt zich tegenwoordig (2030) hoofdzakelijk toe op samenwerken, creativiteit en innoveren. Het kunnen toepassen van de kennis waarover de student beschikt is een belangrijke voorwaarde om een goede professional te worden (Dewey, 1922; Miller, 1990). Inmiddels zijn er net zoveel voltijd studenten als duaal en deeltijd studenten en heeft de opgestelde strategische agenda van de Sociaal Economische Raad (SER, 2015) zijn vruchten afgeworpen. Hierbij staat de aansluiting tussen onderwijs en (toekomstige) arbeidsmarkt centraal. Samen met de 21st century skills (Thijs, Fisser & Hoeven, 2014) en een leven lang leren zijn dit de drie thema’s die Nederland als kenniseconomie in de top 5 van de wereld heeft gebracht. De Nederlandse overheid stelt de kaders aan opleidingen zodat iedereen kansen heeft om te overleven in de constant veranderende maatschappij. Structureel en meetbaar onderwijs is belangrijk voor de continuïteit van het onderwijs.


Scenario 3: Off-line met een vrije keuze les- en leerprogramma

Bij Technische Bedrijfskunde worden kennis, vaardigheden en toepassing integraal aangeboden middels projectonderwijs. De vaardigheden zijn aangepast aan de 21st century skills. Denk hierbij aan samenwerken, innoveren en creatief denken. De kenmerken van het projectonderwijs bij Technische Bedrijfskunde zijn gebaseerd op Dekeyser & Baert, 1999; van Vliet & van Holten, 2009 en Van Woerden, Bertels & Blom, 1988. Het projectonderwijs is probleemgericht, toepassingsgericht, praktijkgeoriënteerd en samenwerking en projectbeheer staan centraal. na het grondstoffenakkoord in 2017 zal de technische bedrijfskundige zich steeds meer gaan richten op een circulaire economie. Aan de hand van de student zijn einddoel wordt de leerweg bepaalt en behaalt. Door de vrije keuze kan de student zelf zijn leerroute bepalen. Door de goede aansluiting van het onderwijs en de arbeidsmarkt heeft zich een lerende economie ontwikkeld. Werken en leren op maat is en wordt steeds meer toegepast. Voltijd studenten zijn individuen die op jonge leeftijd al een bewuste keuze kunnen maken voor hun toekomst. De werkenden leren hun vaardigheden gericht op hun vak of baan. Door leren op maat kunnen onderdelen uit curricula van diverse instituten gecombineerd worden. Hiervoor delen alle instituten hun kennis door deze maandelijks uit te wisselen en op hun interne netwerken te plaatsen. Ná de cybercrash in 2025 werkt men intern met een informatiesysteem maar is men niet meer verbonden met externe informatiesystemen. De rol van de docent is bij Technische Bedrijfskunde al sinds 2010 heel divers en kan apart maar ook samen uitgevoerd worden. Dit varieert van projectcoördinator, tutor, vakdocent, studieloopbaanbegeleider, coach etc.  De student staat daarbij centraal en werkt pro-actief individueel tijdens stage en in groepsverband tijdens projecten.


Scenario 4: On-line met een vrije keuze les- en leerprogramma

Door de vrije keuze kan de student zelf zijn leerroute bepalen. Door de goede aansluiting van het onderwijs en de arbeidsmarkt heeft zich een lerende economie ontwikkeld. Werken en leren op maat is wordt steeds meer toegepast en voltijd studenten zijn individuen die op jonge leeftijd al een bewuste keuze kunnen maken voor hun toekomst. Door het flexibele onderwijsstelsel online kan iedere lerende zijn of haar leerdoelen op elk gewenst niveau bepalen en bereiken. De student kan de docent online en offline bereiken die daaropvolgend onderwijs op maat kan bieden.

Daarnaast is de transitie van een lineaire economie naar een 100% circulaire economie (CE) in 2050 een belangrijk thema in het onderwijs. Om over te schakelen naar een circulaire economie, heeft de Rijksoverheid vanaf 2018 verschillende maatregelen genomen. Zo zijn regels en wetten veranderd en is geïnvesteerd in ondernemers die al vroeg actief waren op het gebied van circulaire economie. Het grondstoffenakkoord ‘Nederland circulair 2050’ heeft in 2021 en 2025 twee evaluatie momenten gehad waarna het is bijgesteld. Komend najaar volgt het derde ijkpunt en nu al is duidelijk dat om tot een circulaire economie te komen onderwijs en onderzoek belangrijk blijft. De digitale snelweg is daarbij van groot belang. De verspreiding en uitwisseling van kennis in de vorm van docu's, tutorials etc. via internet is. Met de virtual reality bril is men constant online aan het communiceren. De overheid stimuleert daarom het opzetten van kennisnetwerken en manieren om kennis uit te wisselen. Denk hierbij aan de virtual reality trainingsprogramma’s waardoor globaal dezelfde kennis gedeeld wordt. De docent is naast tutor, vakdocent en coach ook competent in het maken van virtual reality programma's. Hij kan digitaal als een hologram met meerdere studenten tegelijk communiceren. Door de schaarste van fossiele brandstoffen kunnen studenten hoofdzakelijk online kennis en vaardigheden globaal uitwisselen. De zogenaamde ‘Grand Challenges’ (Berg, Bogaard, Drachsler, Filius, Manderveld & Schuwer, 2015) ten aanzien van klimaat, energie-, grondstoffen-, water- en voedselvoorziening hebben ons voor nieuwe uitdagingen gesteld om met creatieve oplossingen te komen. Creativiteit, samenwerken en innoveren zijn en blijven de belangrijkste skills van de 21th century. Volgens Amabile (1996) zijn 3 elementen noodzakelijk om creativiteit te verhogen: expertise; vaardigheden voor creatief denken; en intrinsieke motivatie. Volgens Amabile is echter een significante positieve relatie tussen creativiteit en intrinsieke motivatie nog niet consistent aangetoond . Wel tussen creativiteit en intrinsieke motivatie in relatie tot een product (Rietzschel, 2015)





Literatuur:


Berg, A., van den Bogaard, M., Drachsler, H., Filius, R., Manderveld, J., & Schuwer, R. (2015). Grand Challenges learning analytics & open en online onderwijs: Een verkenning.



Circulaire Economie (2017). National agreement on circulair economy geraadpleegd op:



Dekeyser, L., en Baert, H. (1999). Projectonderwijs: leren en werken in groep. Leuven: Acco.



Dewey, J. (1922). Human Nature and Conduct. New York: Henry Holt.



Hattie, J., & Timperley, H. (2007). The power of feedback. Review of educational research, 77(1), 81-112.



Meijer, N., Nederlof, H., Welmers, J. (2016). Fontys Focus 2020.



Miller G. E. (1990).The assessment of clinical skills/ competence/ performance. Academic Medicine, 65, 63-67.



Onderwijsraad (2013) Leraar zijn. Den Haag: Onderwijsraad



Raad,S.E. (2015) Strategische agenda Sociaal Economische Raad geraadpleegd op:



Rietzschel, E. F. (2015). De creatieve paradox van autonomie en structuur. Gedrag en Organisatie, 28(2).



Thijs, A., Fisser, P. & Hoeven, M. van der (2014). 21e eeuwse vaardigheden in het curriculum van het

funderend onderwijs. Enschede: SLO



Vereniging van Hogescholen (2017) sino-dutch-consortium geraadpleegd op: http://www.vereniginghogescholen.nl/actueel/actualiteiten/sino-dutch-consortium-van-start-met-tien-hogescholen



Van Holten, M. en van Vliet, R. (2009). Projectonderwijs in het HBO. Bohn Staffleu van Loghum.


Feedback van Dennis:
Naast een aantal spelling en woordkeuze heeft Dennis in mijn document opmerkingen geplaatst. Deze opmerkingen heb ik allemaal verwerkt in het document en zijn dus niet volgens het format feedbackkaart aangegeven. Over het algemeen kan ik het volgende zeggen:
Zoals ook al eerder aangegeven moest ik meer diepgang aanbrengen en heb dit ook gedaan. Wat betreft de backcasting had ik dit bij twee scenario's minder aangegeven wat ik heb aangepast.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten