Trends: Globalisering en digitalisering
Scenario 1: Off-line in een vast les- en
leerprogramma
Sinds het Fontys instituut Technische bedrijfskunde in
2020 heeft besloten voor een integrale aanpak zijn er verschillende onderwijs
modellen uitgeprobeerd. De visie uit 2015 dat Fontys studenten op leidt voor
een samenleving waarin voortdurend sociale en technologische innovaties
plaatsvinden is weliswaar 15 jaar oud maar blijft overeind. Studenten moeten
bij ons een intern kompas ontwikkelen waarmee ze die samenleving vorm kunnen
geven (Meijer, Nederhof, Welmer, 2015) Uit een onderzoek van SLO uit 2026 is
gebleken dat de Hbo student die de leerdoelen aan de hand van een vierjarig
vastgesteld curriculum haalt het beste aansluit op de arbeidsmarkt. De technisch bedrijfskundige zal zich meer gaan toelichten op een Circulaire Economie. Hiervoor heeft de Nederlandse overheid samen met bedrijven in 2017 een grondstoffenakkoord getekend. Bedrijven zullen veel meer moeten gaan samenwerken. Hierbij zijn de 21st Century skills als samenwerken, innoveren en creatief denken nodig. De docent zal naast vakdocent de studenten coachen op samenwerking en creativiteit. Hij richt zich op het vergroten van de effectiviteit van het individu en/of de groep. Daarnaast zijn
werkgevers vanaf 2024 verplicht om werknemers capaciteit en middelen te
geven om zich verder te ontwikkelen en is het aantal voltijd en deeltijd studenten
inmiddels gelijk. Zo zullen werkenden ten opzichte van vroeger eerder naast hun
werk een (Hbo)studie volgen. Dat het Hbo-systeem Master-bachelor (Dublin, 2004)
in Europa nog steeds voldoet heeft de samenwerkingsovereenkomst
(Sino-dutch-consortium, 2017) met het Chinese ministerie van onderwijs
(MoE) bewezen. Het doel om het Hbo en
wetenschappelijk onderwijs van Nederland op het niveau van systeem, instelling
en opleiding naar het Chinese onderwijssysteem te kopiëren is grotendeels
geslaagd. De beoogde 5 jaar waren te
ambitieus maar in 2027 is gebleken dat meer dan 100 Chinese universiteiten
gezamenlijk de overstap hebben gemaakt naar een University of Applied Sciences
(UAS). In een traditioneel energieneutraal schoolgebouw leert de student aan de
hand van hoorcolleges, workshops en persoonlijke begeleiding op maat. Leren
door extrinsieke motivatie (Hattie
& Timperley, 2007) in de vorm van beloning. Door het halen van studiepunten krijgt de student van zijn of haar werkgever meer salaris of vrije tijd. ICT ondersteunt hierbij in beperkte mate
en wordt streng beveiligd. Ná de cybercrash in 2025 werkt men intern met een
informatiesysteem maar is men niet meer verbonden met externe
informatiesystemen. Het (project)onderwijs heeft zich dan wel meer en eerder
verlegd naar het werkveld maar uit het onderzoek van SLO is gebleken dat het
contact tussen ‘coach’ en student meer rendement op levert dan de zelfstudie.
Scenario 2: On-line in een
vast les- en leerprogramma
Het huidig (2030) onderwijssysteem is stabiel en
beheersbaar. Door online gestructureerde leerprogramma’s hoeft de student minder
in een fysiek schoolgebouw onderwijs te volgen. Hierdoor wordt het nieuwe
energie neutrale schoolgebouw wat Fontys Techniek in 2032 op de TU/e campus
opent 30% kleiner dan de huidige locatie uit 2019. Virtual Reality
instructions, tutorials, hoorcolleges en vakgerichte documentaires online kunnen
op diverse zoektermen worden gevonden. Bijv. per branche, vak of thema etc. De rol van de docent is meer in de vorm van coach. Hij stuurt op bewustwording, het vergroten van zelfvertrouwen en het exploreren, ontwikkelen en toepassen van eigen mogelijkheden. Op vaste momenten wordt de student tijdens
zijn 4-jarig curriculum online getoetst. Door het nieuwe
inlog-identificatiesysteem uit 2026 bepaalt de student zelf waar dit
plaatsvindt. Ook zijn de toetsen gespreid over een periode, zodat er geen
piekbelasting ontstaat. Het toetsen legt zich tegenwoordig
(2030) hoofdzakelijk toe op samenwerken, creativiteit en innoveren. Het
kunnen toepassen van de kennis waarover de student beschikt is een belangrijke
voorwaarde om een goede professional te worden (Dewey, 1922; Miller, 1990). Inmiddels
zijn er net zoveel voltijd studenten als duaal en deeltijd studenten en heeft de
opgestelde strategische agenda van de Sociaal Economische Raad (SER, 2015) zijn
vruchten afgeworpen. Hierbij staat de aansluiting tussen onderwijs en
(toekomstige) arbeidsmarkt centraal. Samen met de 21st century skills (Thijs, Fisser
& Hoeven, 2014) en een leven lang leren zijn dit de drie thema’s die
Nederland als kenniseconomie in de top 5 van de wereld heeft gebracht. De
Nederlandse overheid stelt de kaders aan opleidingen zodat iedereen kansen
heeft om te overleven in de constant veranderende maatschappij. Structureel en
meetbaar onderwijs is belangrijk voor de continuïteit van het onderwijs.
Scenario 3: Off-line met een vrije keuze
les- en leerprogramma
Bij Technische Bedrijfskunde worden kennis, vaardigheden
en toepassing integraal aangeboden middels projectonderwijs. De vaardigheden zijn aangepast aan de 21st century skills. Denk hierbij aan samenwerken, innoveren en creatief denken. De kenmerken van
het projectonderwijs bij Technische Bedrijfskunde zijn gebaseerd op Dekeyser
& Baert, 1999; van Vliet & van Holten, 2009 en Van Woerden, Bertels
& Blom, 1988. Het projectonderwijs is probleemgericht, toepassingsgericht,
praktijkgeoriënteerd en samenwerking en projectbeheer staan centraal. na het grondstoffenakkoord in 2017 zal de technische bedrijfskundige zich steeds meer gaan richten op een circulaire economie. Aan de
hand van de student zijn einddoel wordt de leerweg bepaalt en behaalt. Door de
vrije keuze kan de student zelf zijn leerroute bepalen. Door de goede
aansluiting van het onderwijs en de arbeidsmarkt heeft zich een lerende
economie ontwikkeld. Werken en leren op maat is en wordt steeds meer toegepast.
Voltijd studenten zijn individuen die op jonge leeftijd al een bewuste keuze
kunnen maken voor hun toekomst. De werkenden leren hun vaardigheden gericht op
hun vak of baan. Door leren op maat kunnen onderdelen uit curricula van diverse
instituten gecombineerd worden. Hiervoor delen alle instituten hun kennis door
deze maandelijks uit te wisselen en op hun interne netwerken te plaatsen. Ná de
cybercrash in 2025 werkt men intern met een informatiesysteem maar is men niet
meer verbonden met externe informatiesystemen. De rol van de docent is bij
Technische Bedrijfskunde al sinds 2010 heel divers en kan apart maar ook samen
uitgevoerd worden. Dit varieert van projectcoördinator, tutor, vakdocent,
studieloopbaanbegeleider, coach etc. De
student staat daarbij centraal en werkt pro-actief individueel tijdens stage en
in groepsverband tijdens projecten.
Scenario 4: On-line met een vrije keuze les-
en leerprogramma
Door de vrije keuze kan de student zelf zijn leerroute
bepalen. Door de goede aansluiting van het onderwijs en de arbeidsmarkt heeft
zich een lerende economie ontwikkeld. Werken en leren op maat is wordt steeds
meer toegepast en voltijd studenten zijn individuen die op jonge leeftijd al
een bewuste keuze kunnen maken voor hun toekomst. Door het flexibele
onderwijsstelsel online kan iedere lerende zijn of haar leerdoelen op elk
gewenst niveau bepalen en bereiken. De student kan de docent online en offline
bereiken die daaropvolgend onderwijs op maat kan bieden.
Daarnaast is de transitie van een lineaire economie naar
een 100% circulaire economie (CE) in 2050 een belangrijk thema in het onderwijs.
Om over te schakelen naar een circulaire economie, heeft de
Rijksoverheid vanaf 2018 verschillende maatregelen genomen. Zo zijn regels en
wetten veranderd en is geïnvesteerd in ondernemers die al vroeg actief waren op
het gebied van circulaire economie. Het grondstoffenakkoord ‘Nederland
circulair 2050’ heeft in 2021 en 2025 twee evaluatie momenten gehad waarna het
is bijgesteld. Komend najaar volgt het derde ijkpunt en nu al is duidelijk dat
om tot een circulaire economie te komen onderwijs en onderzoek belangrijk
blijft. De digitale snelweg is daarbij van groot belang. De verspreiding en uitwisseling van kennis in de vorm van docu's, tutorials etc. via internet is. Met de virtual reality bril is men constant online aan het communiceren. De overheid stimuleert daarom het opzetten van kennisnetwerken en
manieren om kennis uit te wisselen. Denk hierbij aan de virtual reality trainingsprogramma’s
waardoor globaal dezelfde kennis gedeeld wordt. De docent is naast tutor, vakdocent en coach ook competent in het maken van virtual reality programma's. Hij kan digitaal als een hologram met meerdere studenten tegelijk communiceren. Door de schaarste van fossiele
brandstoffen kunnen studenten hoofdzakelijk online kennis en vaardigheden
globaal uitwisselen. De zogenaamde ‘Grand Challenges’ (Berg, Bogaard, Drachsler, Filius,
Manderveld & Schuwer, 2015) ten aanzien van klimaat, energie-,
grondstoffen-, water- en voedselvoorziening hebben ons voor nieuwe uitdagingen
gesteld om met creatieve oplossingen te komen. Creativiteit, samenwerken en
innoveren zijn en blijven de belangrijkste skills van de 21th century. Volgens
Amabile (1996) zijn 3 elementen noodzakelijk om creativiteit te verhogen:
expertise; vaardigheden voor creatief denken; en intrinsieke motivatie. Volgens
Amabile is echter een significante positieve relatie tussen creativiteit en
intrinsieke motivatie nog niet consistent aangetoond . Wel tussen creativiteit
en intrinsieke motivatie in relatie tot een product (Rietzschel, 2015)
Literatuur:
Berg, A., van den Bogaard, M., Drachsler, H., Filius, R.,
Manderveld, J., & Schuwer, R. (2015). Grand
Challenges learning analytics & open en online onderwijs: Een verkenning.
Circulaire Economie (2017). National agreement on circulair economy geraadpleegd op:
Dekeyser, L., en Baert, H. (1999). Projectonderwijs:
leren en werken in groep. Leuven: Acco.
Dewey, J. (1922). Human Nature and Conduct. New York:
Henry Holt.
Hattie, J., & Timperley, H. (2007). The power of
feedback. Review of educational research, 77(1), 81-112.
Meijer, N., Nederlof, H., Welmers, J. (2016). Fontys Focus 2020.
Miller G. E. (1990).The assessment of clinical skills/
competence/ performance. Academic Medicine, 65, 63-67.
Onderwijsraad (2013) Leraar
zijn. Den Haag: Onderwijsraad
Raad,S.E. (2015) Strategische
agenda Sociaal Economische Raad geraadpleegd op:
Rietzschel, E. F. (2015). De creatieve paradox van autonomie en structuur. Gedrag en Organisatie, 28(2).
Thijs, A., Fisser, P. & Hoeven, M. van der (2014). 21e eeuwse vaardigheden in het curriculum
van het
funderend
onderwijs. Enschede: SLO
Vereniging van Hogescholen (2017) sino-dutch-consortium geraadpleegd op: http://www.vereniginghogescholen.nl/actueel/actualiteiten/sino-dutch-consortium-van-start-met-tien-hogescholen
Van Holten, M. en van Vliet, R. (2009). Projectonderwijs in het HBO. Bohn
Staffleu van Loghum.
Feedback van Dennis:
Naast een aantal spelling en woordkeuze heeft Dennis in mijn document opmerkingen geplaatst. Deze opmerkingen heb ik allemaal verwerkt in het document en zijn dus niet volgens het format feedbackkaart aangegeven. Over het algemeen kan ik het volgende zeggen:
Zoals ook al eerder aangegeven moest ik meer diepgang aanbrengen en heb dit ook gedaan. Wat betreft de backcasting had ik dit bij twee scenario's minder aangegeven wat ik heb aangepast.
Feedback van Dennis:
Naast een aantal spelling en woordkeuze heeft Dennis in mijn document opmerkingen geplaatst. Deze opmerkingen heb ik allemaal verwerkt in het document en zijn dus niet volgens het format feedbackkaart aangegeven. Over het algemeen kan ik het volgende zeggen:
Zoals ook al eerder aangegeven moest ik meer diepgang aanbrengen en heb dit ook gedaan. Wat betreft de backcasting had ik dit bij twee scenario's minder aangegeven wat ik heb aangepast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten